De winkels liggen er vol mee: fitnessarmbandjes, stappentellers en hartslaghorloges. Maar de gadgets zijn doorgaans prijzig, niet altijd nauwkeurig en bovendien ook niet altijd even nuttig. Voor de nieuwe generatie wearables ligt er genoeg ruimte voor verbetering. Deze vijf ontwikkelingen gaan we dit jaar zien.
1 Contextuele data
Wearables van nu zijn vooral goed in het verzamelen van allerlei data. Hartslag, stappen, verbrande calorieën, afgelegde afstand, de kwaliteit van je slaap. Zonder context is die data echter niet zo betekenisvol.
Een voorbeeld ter illustratie. Neem het meten van je slaap. Het is aardig te weten dat je goed geslapen hebt, maar veel nuttiger is de waarom-vraag van je goede nachtrust. Wat heeft ervoor gezorgd dat je goed geslapen hebt?
Dat kan alleen als je wearable niet alleen de slaap zelf registreert, maar ook de context waarin die slaap plaatsvindt. Welke factoren beïnvloeden de slaapkwaliteit? Een mogelijke factor is bijvoorbeeld de omgevingstemperatuur. Een wearable zou dan ook niet alleen de slaap moeten monitoren, maar bijvoorbeeld ook de temperatuur in de slaapkamer. Alleen dan kan het causale verbanden zoeken tussen de kwaliteit van de slaap en omgevingsvariabelen.
2 Advies, tips en actie
Met contextuele data creëren we een gelaagd en onderbouwd inzicht in allerlei processen en activiteiten. Een logische volgende stap is het daadwerkelijk verbeteren daarvan. Via advies, tips of zelfs directe manipulatie van de invloedsfactoren. Laat ik bij het bovenstaande slaapvoorbeeld blijven. Weten of en waarom je goed slaapt is één, maar het ultieme einddoel is natuurlijk het verbeteren van de slaap. Als een wearable weet wat de slaap beïnvloedt, dan kan het ons vertellen wat we moeten doen om de slaap te verbeteren. Meer bewegen bijvoorbeeld, of eerder naar bed gaan. Maar het zou ook ‘real-time’ de thermostaat kunnen beïnvloeden. En zo continu zorgen voor een voor die persoon ideale slaaptemperatuur.
Een reeds bestaand voorbeeld van een dergelijke geavanceerde wearable vind je bij de Duitse profvoetbalclub Hoffenheim. De spelers dragen tijdens trainingen sensoren in hun kleding en scheenbeschermers. Ook de bal zelf bevat een sensor. Met behulp van een data-analysetool weet de trainer precies wat er gebeurt op het veld en hoe iedere individuele speler presteert en krijgt inzicht in het teamspel. Dat kan helpen met de ontwikkeling van de spelers en het team als geheel.
De data-analysetechnologie is ook de basis van een app voor diabetici. Artsen hebben via die techniek real-time inzicht in de bloedwaarden van diabetespatiënten. Verandert een waarde sterk of onverwachts, dan krijgt de dokter een melding. En kan het eventueel direct contact met de patiënt opnemen.
3 Precisie
Krijgt een wearable meer invloed, dan neemt de precisie waarmee het data registreert aan belang toe. En eerlijk is eerlijk, op dat gebied laten veel gadgets nog te wensen over. Veel fabrikanten realiseren zich dat en werken hard aan verbeteringen.
Neem Apple. Hun komende versie van de Apple Watch belooft hartslagmetingen die net zo nauwkeurig zijn als professionele medische apparatuur. Een mooie belofte die ik dit jaar graag werkelijkheid zie worden.
4 Open platforms
De kracht van wearables is nog veel groter als ze met elkaar communiceren. Pas dan kan optimaal gebruik gemaakt worden van ‘context’ zoals ik bij het eerste punt aanhaalde. Dat is alleen mogelijk als ze elkaars taal spreken. Samenwerkingen en open platforms zijn dan ook hard nodig om een einde te maken aan de verschillende datasilo’s waar wearables nu nog mee kampen.
5 Lagere prijzen
De wearablemarkt is nog redelijk jong. Veel wearables zijn bovendien vrij prijzig, terwijl de technologie relatief gezien nog in de kinderschoenen staat. Een lastige situatie die echt moet veranderen, wil het concept breed aanslaan. Hoeveel dure gadgets is een consument bereid te kopen? Bovendien is het epicentrum van al die wearables, de smartphone, vaak al een fikse investering. Volgens recent onderzoek van PwC is de hoge prijs nog de voornaamste reden om wearables links te laten liggen. Zonde, wellicht brengt 2015 daar snel verandering in.
6 Design
Toegegeven, voor de werking is het vaak niet relevant, maar voor de adoptie is het wel degelijk een factor van belang: het ontwerp. Allereerst is esthetiek belangrijk. Vooral de eerste generatie smartwatches zijn op dat gebied duidelijk nog niet ‘on par’ met hun ‘domme’ soortgenoten. Het zijn nog overduidelijk gadgets in plaats van stijlvolle sieraden. Wil de massa wearables echt omarmen, dan is een esthetisch mooi design meer dan welkom. Dat geldt ook voor het ontwerp van de interface.
Ook het praktisch design van wearables kan nog wel een slag gebruiken. Een wearable moet zo ontworpen zijn dat het de drager zo min mogelijk hindert in zijn of haar dagelijkse leven. Het moet, kort gezegd, niet ‘in de weg zitten’. Gebruiksvriendelijkheid en draagcomfort zijn twee zeer belangrijke aandachtspunten daarin.
Vergeet niet dat het hele fenomeen wearables nog maar net komt kijken. Zowel de apparaatjes zelf als de toepassingen ervan zijn nog volop in ontwikkeling. Toch gaat die innovatie erg rap. De markt zal dan ook zeker nog in 2015 flinke stappen maken. Ik kijk nu al uit naar het eerste device waarin al deze vijf punten verwerkt zijn. Fabrikanten, verras me!
Mark Raben, Head of Customer Innovations bij SAP Nederland
